Inleiding (bron: b i o v i s ’ M E D I S C H E I N F O R M A T I E 04/2020 S A R S - C O V - 2 / C O V I D - 1 9)

De door het nieuwe coronavirus veroorzaakte luchtwegaandoening COVID-19 is na MERS en SARS de derde, door coronavirussen (CoV) veroorzaakte epidemie in de 21e eeuw.

 

Achtergrond

De incubatietijd van een COVID-19 infectie varieert van 2 tot 14 dagen. In deze fase zijn reeds geïnfecteerde mensen besmettelijk, ook als ze geen symptomen vertonen. Dit bevordert de snelle verspreiding enorm. Symptomen kunnen koorts, droge hoest en spierpijn zijn, maar ook algehele vermoeidheid of diarree kunnen optreden. In ernstige gevallen kan een longontsteking ontstaan waarvoor intensie­ve medische zorg nodig is.

COVID-19 infecties verspreiden zich via druppelinfectie. Het virus is aangetrof­fen in neus- en keelsecreties, maar ook in speeksel, traanvocht en feces.

 

Omdat het ziekteverloop heel verschillend kan zijn en het virus zeer besmettelijk is, is het niet voldoende om alleen de mensen met klinische symptomen quaran­taine maatregelen op te leggen. Ook mensen die mogelijk met het nieuwe virus geïnfecteerd zijn maar die geen symptomen vertonen, moeten getest en geïso­leerd worden. Net als bij andere infectieziekten zijn testmethoden zoals qPCR of serologische testmethoden geschikt voor onderzoek. 

 

COVID-19 Directe diagnostiek (qPCR)

Vooral in de vroege fase van een virusinfectie speelt de PCR-technologie een belangrijke rol. In deze fase vermenigvuldigen virussen zich snel. Patiënten met COVID-19 infecties zijn bijvoorbeeld al 1-2 dagen voordat ziekteverschijnselen op­treden besmettelijk. COVID-19 is bij patiënten met COVID-19 al in de eerste 5 dagen aantoonbaar in nasofarynx-uitstrijken en orofarynx-uitstrijken. Dit betekent dat geïnfecteerde mensen vroegtijdig kunnen worden opgespoord en dat de in­fectieketen onderbroken kan worden. IgM-antilichamen worden meestal pas 5-6 dagen na ziekteverschijnselen gedetecteerd.

 

Serologische diagnostiek IgM- of IgG-antilichamen tegen het nieuwe coronavirus (COVID-19)

Bij serologische tests worden antilichamen in bloed bepaald. Deze tests worden in­gezet wanneer er al een immuunrespons op de ziekteverwekker is opgetreden. Er wordt onderzocht op IgM- en IgG antilichamen tegen COVID-19. IgM- en IgG-an­tilichaam testen zijn niet geschikt voor het opsporen van acute infecties, maar ze maken het mogelijk om vast te stellen of mensen al dan niet een infectie hebben gehad. Het detecteren van antilichamen duidt op een bestaande immuniteit en daarmee dus een laag risico op her-infectie. Dit zal in de toekomst belangrijk zijn voor veel sectoren in het bedrijfsleven, niet in de laatste plaats voor beroepsgroe­pen zoals ziekenhuismedewerkers, of medewerkers in medische praktijken of zorginstellingen.