Flavonoïden en OPC bij hooikoorts

02-04-2012

Naar schatting hebben twee miljoen Nederlanders last van hooikoorts en dit aantal stijgt flink.

Hooikoorts, ook wel allergische rhinitis genoemd, is een allergische reactie van de slijmvliezen op pollen (stuifmeelkorrels). Artsen hebben vaak moeite met de diagnose, zeker als de klachten al in de winter beginnen. Al in februari kunnen de eerste bomen, zoals berk, els en hazelaar stuifmeel gaan produceren, grassen produceren hun pollen meer in de zomermaanden. Maar ook tuin- en kamerplanten, zoals klimop, yucca en ficus, kunnen een rol spelen bij het ontstaan van hooikoortsklachten.

 

Geprikkelde slijmvliezen

Bij hooikoorts reageert het immuunsysteem te sterk wanneer pollen op de slijmvliezen terechtkomen. Met name het slijmvlies van de neus komt het eerste en meeste met de pollen in aanraking en geeft ook de meeste klachten, wat zich uit in niezen, jeuk en een loopneus. De slijmvliezen van de ogen (rode, tranende ogen) en keel (hoestprikkel) kunnen ook aangedaan zijn.

 

Bij een allergische reactie (zoals hooikoorts) zet het vrijkomen van histamine uit de zogenoemde "mestcellen" een hele cascade van reacties in gang die stoffen produceren (zoals de antistof IgE) die verantwoordelijk zijn voor de typische verschijnselen van een allergische reactie.

 

Natuurlijke antihistaminica

Regulier wordt hooikoorts vaak behandeld met antihistaminica, die tot de meest voorgeschreven medicijnen ter wereld behoren. Er zijn echter ook natuurlijke stoffen met een antihistaminewerking, zoals flavonoïden, en in die groep verbindingen met name OPC (oligomere proanthocyanidines) en quercetine. Ook vitamine C heeft een antihistaminewerking.

 

Breed werkingsgebied

Flavonoïden gaan op verschillende fronten hooikoorts tegen. Zo remmen flavonoïden de aanmaak van histamine; OPC doet dat via een remmende werking op het enzym (L-hitaminedecarboxylase) dat histamine aanmaakt uit het aminozuur histidine. Flavonoïden remmen ook de vrijgifte van histamine, terwijl OPC enzymen kan remmen die de mestcellen kunnen openbreken (waarbij histamine vrijkomt). Flavonoïden en OPC remmen ook oxygenase-enzymen die als respons op histamine allerlei pro-inflammatoire stoffen (prostaglandinen en leukotriënen) produceren.

  

Klinisch bewijs

Klinische onderbouwing van het gebruik van flavonoïden bij hooikoorts is er vooral uit dierexperimenteel onderzoek. Er zijn helaas nog nauwelijks klinische studies bij mensen uitgevoerd. In een kleine studie ervoeren 39 patiënten die vijf weken voor de start van het pollenseizoen begonnen met het dagelijks innemen van 50 mg OPC, minder last van hooikoorts dan diegenen die dat niet deden. Wanneer de inname nog eerder was begonnen (7-8 weken voor het seizoen) was het effect nog groter.

 

OPC heeft geen invloed op de productie van antilichamen op allergenen, zodat het niet interfereert met desensibilisatiebehandelingen (bv immunotherapie met behulp van allergie-injecties).

 

Ook vitamine C heeft een antihistamine-effect. Patiënten met lage plasma ascorbaatspiegels hebben verhoogde histaminespiegels en suppletie met ascorbinezuur verlaagt deze histaminespiegels.

 

Bronnen:

1. Kawai et al. Flavonoids and related compounds as anti-allergic substances. Allergol Int (2007) vol. 56 (2) pp. 113-23. Gratis volledige tekst op: http://ai.jsaweb.jp/fulltext/056020113/056020113_index.html

2. Wilson et al. A randomized, double-blind, placebo-controlled exploratory study to evaluate the potential of pycnogenol for improving allergic rhinitis symptoms. Phytotherapy research : PTR (2010) vol. 24 (8) pp. 1115-9

3. Johnston. The antihistamine action of ascorbic acid. Subcell Biochem (1996) vol. 25 pp. 189-213